De geschiedenis van Twisk

 

Rond 2000 voor Christus woonden er al mensen in Twisk. Zij woonden in het gebied rond De Horn, nu nog steeds een van de hoogst gelegen delen van Twisk. We gaan er van uit, dat het om een gering aantal mensen ging, want het gevaar van overstromingen door de Zuiderzee was groot. Ze leefden voornamelijk van de visserij en op kleine schaal van veeteelt.

In het jaar 1255 komt Twisk voor het eerst voor in een bul, waarin Paus Innocentius IV (1243 - 1254) bevestigt, dat het nonnenklooster in Hemelum (Friesland) bezittingen heeft in o.a. Lambertschagen en Twisca. In een baljuwrekening uit 1311 wordt de naam Tviscen vermeld en in 1639 de naam Twiske. In dit laatste document staan ook de namen van de oudst bekende misdadigers vermeld.

De naam Tviscen zou mogelijk zijn oorsprong kunnen vinden in het oud Engelse woord “Twicen”, wat kruispunt betekent. Een andere mogelijkheid is het Duitse woord “zwischen”, dat tussen betekent. Maar het meest aannemelijke is het oud Friese woord “Twisca”, dat ook tussen betekent. Twisk was waarschijnlijk een buurtschap aan de weg tussen de twee plaatsen Abbekerk en Medemblik.

http://www.twisca.nl/beeldbank/large/f20.jpg

Dorpssloot nabij K154. De man in de boot is beursschipper Bruin.

Twisk heeft een overwegend rustige geschiedenis gehad, zonder opzienbarende hoogte- of dieptepunten en heeft ook geen buitensporige armoede gekend. Het alledaagse leven was, wat het dorp toch interessant maakt.

(Tijdslijn)

12e eeuw:

1163; zware stormvloed. Tijdens Allerheiligen is de duinenrij in het westen op twee plaatsen doorgebroken en kort daarna werd Wieringen een eiland.

1196; met de Sint Nicolaasvloed breidt de Zuiderzee zich uit.

13e eeuw:

1200; er wordt in die jaren een begin gemaakt met het aanleggen van de Westfriese omringdijk. Voor ons misschien onbegrijpelijk, dat dit zonder gebruik te maken van machines gedaan is. De aanleg van de dijk is waarschijnlijk ook de reden geweest om in een later stadium de Noorderweg aan te leggen c.q. te verharden.

1245; het nonnenklooster van Hemelum (Friesland) bezit stukken land in Lambertschaag en Twisk (Twisca).

1282; kasteel Radboud werd door Floris V gebouwd als onderdeel van de verdedigingslinie tegen de West-Friezen. Het zou gebouwd zijn op de oude fundamenten van een burcht van koning Radboud (8ste eeuw). Hier zou de legende van Fostedina zijn begonnen.

B29

Fostedina, Dorpsweg K161

1299; het Westfries recht wordt op schrift gesteld.

14e eeuw:

1311; Vermelding van Twisk op een rekening in het Rijksarchief te Den Haag.

1334; De Westfriese omringdijk van Barsingerhorn tot Medemblik is gereed gekomen.

1395; van de Nederlands Hervormde Kerk is de ouderdom niet met zekerheid bekend. Maar wel staat vast, dat het gebouw dan genoemd wordt in de archieven van de Dom van Utrecht.

H01

15e eeuw:

1414; opheffing van het Oosterbaljuwschap / Baljuwschap Medemblik. Twisk, Midwoud, Lambertschaag en Abbekerk worden door Willem VI verheven tot “Stede Abbekerk”. Stede Abbekerk heeft dan stadsrechten. Later zou Abbekerk gehele stadsrechten hebben met Lambertschaag. Twisk bleef wel verbonden met de stede Abbekerk. Zo was het een onderdeel van de ambtsheerlijkheid Abbekerk – Twisk – Midwoud en Lambertschagen.

1424; met de derde Sint-Elisabethvloed komt storm en hoog water vanuit het zuidwesten en slaat op meerdere plaatsen gaten in de Westfriese Omringdijk van Barsingerhorn naar Medemblik.

1426; de privileges en handvesten van “Stede Abbekerk worden door graaf Filips de Goede (van Bourgondië) ontnomen. Dit is de straf voor de Westfriezen door hun trouw aan het Beierse huis (Jacoba van Beieren). De vertegenwoordigers van de Stede Abbekerk moeten in Hoorn hun stadsbrieven inleveren. Dit gaat gepaard met protesten en rellen; de opstand van het “Kaas- en Broodvolk”.

1428; Stede Abbekerk krijgt haar handvesten en privileges oogluikend terug.

1436; Stede Abbekerk krijgt haar handvesten en privileges voorlopig terug. Er wordt als voorwaarde gesteld, dat een bede (belasting) betaald dient te worden en de dijk hersteld.

16e eeuw:

1500; ongeveer in deze tijd is de toren van de Ned. Herv. Kerk gebouwd. De klokkenstoel zou van 1526 zijn.

1504; Filips de Schone (van Bourgondië) heeft de beden (belastingen) kwijt gescholden. De reden is waarschijnlijk, dat de gelden beter gebruikt konden worden voor verbetering van de dijk.

1510 en later in de 16e eeuw; veel mensen uit West-Friesland werken in de scheepvaart. Meer dan in de landbouw. Twisk is daar echter een uitzondering op. In augustus 1510 werken er 24 personen uit Medemblik, 19 uit Twisk en 17 uit Oostwoud aan het herstel van de Spaarndammerdijk.

1517; Greate Pier (Pier Gerlofs Donia) komt naar Medemblik en Twisk. Al in 1345 kwamen brutale Hollanders met hun schepen bij Stavoren en Workum aan land om te roven en te stelen onder leiding van Willen IV. Ze werden echter opgewacht door groepen sterke Friezen, die ze terug de zee in dreven.

Zie:  https://nl.wikipedia.org/wiki/Pier_Gerlofs_Donia

 

1526?; De klokkenstoel met torenuurwerk van de Nederlands Hervormde kerk werd gegoten door Geert van Wou en Johannes Schonenborch. De tekst op de klok met een diameter van 105 cm luidt:

“Ick roep tot Gods leer alle mensch, ick beul dagh en nachth na wensch, ick donder vreucht met mijn geluijt, in droefheijt, krijt ick klagend uijt”.

De klokkenstoel is in 1923 vervangen door een mechanisch uurwerk van de Konklijke Eijsbouts te Asten.

1550; na deze jaren vestigen zich in Twisk relatief veel Doopsgezinden, aanhangers van Menno Simonsz. Deze volgelingen worden door hun tegenstanders Anabaptisten of Wederdopers genoemd. Na veel vervolgingen krijgen de Wederdopers in 1577 godsdienstige en burgelijke vrijheid.

1563; het totale onderhoud van de Twisker zeedijk (Westfriese Omringdijk) wordt voortaan “gemeenwerk”.

http://www.nwb-wandelen.nl/wp-content/uploads/route_omringdijk_35.jpg

“Burgemeester ende Scepenen in Twisch oirconden, ende kennen, dat die rijckdommen gemeene buijren van Twisch…………

1566/67; de pastoor is voortvluchtig, terwijl “alhier diversen geinfecteerd waren met “heresien” (ketterij).

1566; in juli vonden in West-Friesland de eerste hagepreken, een geheime godsdienstige rede in de buitenlucht, plaats. Jan Arendz Mandemaker uit Alkmaar sprak bij het klooster in Blokker. Veel toehoorders, onder wie de pastoor van de Oosterkerk in Hoorn, gingen over tot de nieuwe protestantse leer van Luther en Calvijn. De pastoor van Twisk volgde al snel. Volgens hem had Petrus geen macht om de mensen in de hemel te brengen: “God ist alleen”. Aan de eerste Calvinistisch synode van Emden in oktober 1571 nam, naast afgevaardigden van de clandestiene gemeenten Amsterdam, Den Briel, Hoorn enz, ook Johannes uit Twisk deel.

1567; de plunderende troepen, die deze keer door Twisk trokken, kwamen uit naam van de Prins van Oranje. De heer van Brederode was op weg naar Medemblik.

1570; Allerheiligenvloed: schade aan de grote zeedijk bij Medemblik. Dit had ook gevolgen voor Twisk.

1572; Ds. Rippertus Sixtus, geboren in Franeker, wordt nog al eens genoemd als zijnde de eerste dominee in Twisk, maar er gingen hem drie voor: Palus Jansse, Frans Jansse en Pieter Ariaanse Langedijk. Daarna in 1572 Sixtus Rippertus, vertrokken in 1578 naar Franeker. Hij is de vader van Rippertus Sixti van 1605 tot 1616, vertrokken naar Hoorn. Deze schreef in die jaren veel boeken, die gericht waren tegen de Doopsgezinden en de Remonstranten.

1580 en daarna; de scheepvaart op Noorwegen neemt sterk toe. De “Noordvaart”, die tot ver in de 17e eeuw van groot belang zou blijven. Ook de houtaanvoer in Hoorn neemt sterk toe. De West-Friese vloot, die op 22 juni 1627 in admiraalschap vanuit het Vlie naar Noorwegen zeilde, werd geleid door drie West-Friese schippers. Admiraal was Jan Gerbrandsz van Lambertschaag, vice-admiraal Mieus Sijmonsz van Twisk en schout-bij-nacht Jacob Jacobsz van Aartswoud.

1587; de geboorte van Jan Pieterszn. Coen. Er is nogal wat discussie, dat de ouders van het kind de dag voor de doop, die in Hoorn plaats vond, nog in Twisk woonden. In ieder geval wordt het huis waarin Jan Pieterszn. Coen is geboren “het Coenhuis”genoemd en is er een plein naar hem vernoemd, het “Coenplein”, zodat zijn naam in Twisk in herinnering blijft.

    H31

Het Coenhuis, K173 en K174

1588; Prins Maurits komt Medemblik opeisen. Er is muitend krijgsvolk en Twisk doet allerlei pogingen om te voorkomen, dat de prins het dorp aandoet i.v.m. de kosten van een dergelijk bezoek. Desondanks houdt de prins zijn kwartier in Twisk en moeten de inwoners zorgen voor eten en drinken voor het gezelschap.

17e eeuw:

1622; in Twisk zijn 151 huizen, 192 huishoudens en 732 inwoners geteld.

1629; de dijkgraaf en de heemraden verzoeken de staten octrooi voor de inpoldering van de Bennemeer. Op 17 augustus wordt dit octrooi verleend en wordt er begonnen met de inpoldering.

1630; de droogmaking van de Bennemeer is voltooid. Er zijn twee schepradmolens gebouwd. Na het aanbrengen van de verharding in de weg komen de “Kerkepaden” naar zowel Abbekerk als Benningbroek te vervallen.

1641; in de notulen van de rijkdommen van Twisk wordt gesproken over “ ’t Gangwerf” bij “het grote schip”. De benaming “Grote Schip” komt door de vorm, een schip, van het perceel land ten noorden daarvan.

1642; de eerste vermelding, dat er een bootsgezellenbeurs in Twisk is. Mogelijk is die al wat ouder. Deze beurzen zijn een soort verzekering bij problemen met een reder, of anderszins. In Twisk werden de artikelen door drie schippers ontworpen en daarna aan de plaatselijke overheid voorgelegd.

1646; een van de vroegste vermeldingen van een vereniging “de Bullestiek” in de Beemster; de “Bullestiek” in Twisk is van rond 1820.

1646; resolutie van de Vroedschap van Twisk om een begin te maken met de bestrating van Twisk. Er werd niet bepaald hoe er bestraat moest worden, alleen dat “Ider sijn eijgen wech” moest doen.

1656; de Vroedschap (burgemeester is dan Jan Corn. Wijck) bemoeide zich ook met het onderwijs. “Order ende instrucksije van onse schoolmeester; o.a. is hij verplicht de kinderen te leren lezen, schrijven en cijferen. Bovendien moeten de kinderen wekelijks de vragen en antwoorden van de catechismus uit hun hoofd leren en alle gebeden der goddelijke zaligheid.

1666; de eerste vermelding in het notulenboek van de vroedschap van Twisk van het beroep van “vroedmoer”, oftewel vroedvrouw (=wijze vrouw). Griet Evers wordt benoemd als vroedvrouw voor Twisk. Helaas sterft ze nog hetzelfde jaar. De betrekking bestond waarschijnlijk al veel langer.

1667; na 1666 is in het “Karcke Boeck van Twisch” een 17e regel opgenomen. Het boek begint met 16 regels en voorschriften van een vorig ouder kerkeboek. Omdat er voor de 17e regel mogelijk geen plaats beschikbaar was, is die op een schutblad terecht gekomen. De 17e regel luidt als volgt: “…… is oock bij de karkeraet geresolveert, dat soo wanneer eenich lit van Karkenraet onder de predicatie sal bevonden worden te slaepen sal daer voor telkens van stonden aen verbeuren 2 stuijvers”.

1670; in de notulen van de Staten van Holland van 1670, vinden we de onderstaande tekst:

Dorp ’t Wisk by Medemblick: versouck wegens den armenbus die genooten hebben als middelen hebben wederom betaelt, soo yt nalaeten 3) . versouck toestaen.

 

 

1681-1720; in de wintermaanden hadden de West-Friese zeelieden het vaak arm, omdat er niet uitgevaren kon worden. Men kon dan vaak gebruik maken van de z.g. bedeling, die meestal uitging van de plaatselijke kerk of de armenkas.

1685; uit de kohieren van de belasting op onroerend goed blijkt, dat in Twisk 71% van de boeren minder grond bezit dan 5 morgen, 24% tussen de 5 en de 10 morgen, 3,4% tussen de 10 en de 15 morgen en slechts 0.9% meer dan 15 morgen. (1 morgen = 0,6ha.)

1687; van de “Noordervaart” zijn niet veel contracten bewaard gebleven, maar het laatst aangetroffen bevrachtingscontract is van Jan Aldertsz Schuit uit Twisk voor een reis van Trondheim naar Brest.

1668; Trijn Dircks wordt benoemd als vroedvrouw van Twisk. Haar naam wordt ook genoemd in het Karcke Boeck van Twisch. 

 

Withoos1000px

Matthias Withoos schildert herstelwerkzaamheden aan Zuiderzeedijk bij Schardam.

(in bezit van Westfries Museum te Hoorn)

 

1675; in de nacht van 4 op 5 november 1675 werd West-Friesland getroffen door een watersnood die zijn weerga niet kent. Rond vier uur ’s nachts brak de dijk tussen Hoorn en Scharwoude door. Het water sloeg een gat van 120 meter in de zeedijk.

1690-1725; van de zeelieden van Twisk, die bekend zijn, bracht een relatief groot aantal het tot schipper; ruim 50%. Daarnaast hadden ze ook nog agrarische bezigheden en bezaten land in of buiten het dorp.

1694; bouw van een nieuwe vijzelmolen in de Bennemeer. De bouwer is Cornelisz Jan Mos.

1696; Mary Siekers wordt benoemd als vroedvrouw van Twisk.

18e eeuw:

1700; de gemeentelijke dorpskist wordt gemaakt door dhr. Jansz. In deze kist werden de bescheiden van de gemeente Twisk bewaard. Deze kist moest worden afgesloten met twee verschillende sloten. Een sleutel had de schout en de andere had een regent.

1702; twee molenaars, een uit Aartswoud en een uit Nieuwe-Niedorp, verzoeken de vroedschap een meelmolen in Twisk te mogen bouwen “tot gerijff van de burgers”. De molenaar uit Aartswoud krijgt op 6-10-1702 toestemming, mits hij zelf alles bekostigt en er in slaagt alle overige vergunningen te verkrijgen.

1702; De molenaar van Aartswoud ziet er toch van af. Daarom wordt er contact gezocht met Luijtien Jansz., de molenaar van Midwoud. Hij komt met de vroedschap overeen in de maanden september en oktober drie maal per week het te verwerken voedsel te komen halen en brengen ten behoeve van zowel de bakkers als de burgers. Mochten hij en zijn nakomelingen niet aan deze eis voldoen, dan staat er een straf op van f 100,00 (“aan de arme van Twisck”) en het staat de regenten vrij om alsnog een molen in Twisk te bouwen.

1708; dat men in de zeevaart niet al te veel uitgaf aan de verzorging van gewonden mag blijken uit het oud archief. Daarin staat vermeld, dat aan een gewonde zeeman uit Rostock, die  enige tijd in Twisk verpleegd werd, zeveneneenhalve stuiver per dag berekend werd.

1713; na een zware storm blijken honderden palen, misschien wel duizenden palen, langs de zeedijk tussen Enkhuizen, Medemblik en Schagen sterk aangetast door de paalworm. De noordelijke zeedijk wordt blootgesteld aan de direkte golfslag van de zee. Uit Noorwegen worden stenen geïmporteerd. Kosten voor de dijk tussen Lambertschaag en Twisk: f 270.000! Toch “Liever arm als versoopen” volgens secretaris Muus Dool.

1713; voorstellen om met Opperdoes samen te werken als er brand is.

1723; Jantjen Pieters Keijsers wordt benoemd tot vroedvrouw voor Twisk. Haar loon bedraagt f 80,- per jaar. Verder krijgt ze 21 tonnen turf en een “vrij huis” voor het hele jaar. Natuurlijk had ze ook verplichtingen: “En ook soo sij mocht kome buijten het dorp van Twisck gehaalt te worden al was het ook op de suijder weg of selfs het eerste huijs buijten de ban van Twisck soo sal sij gehouden sijn terstont te gaan om de vrouw in Twisck bescheijte te doen. Gene uijtgesondert rijk of arm”.

1725-1764; het overgrote deel van de VOC-schippers kwam uit Hoorn en Enkhuizen. Alleen van Sijmon Sijmonsz. Coster uit Bovenkarspel en Pieter Aldersz. Grootschaar uit Twisk is bekend dat zij op West-Indië voeren.

1726; Jan Poulusz neemt de baan als koster en schoolmeester aan.

1730; het loon van de molenaar in de Bennemeer bedraagt f 400,-.

1731; in de hervormde kerk wordt een preekstoel met klankbord en trap gemaakt.

1741/1742; de ambtsheerlijkheid Abbekerk, Twisk, Midwoud en Lamberschaag wordt door de staten van Holland en West-Friesland verkocht aan de regenten voor f 5000,- Deze ambtsheerlijkheid is verkregen door Gerrit Opperdoes (regent). Jarenlang is hij burgemeester van Abbekerk geweest.

1749; bij een telling wordt vastgesteld dat er 129 huizen zijn.

1752; Guertje Gers Bloems wordt benoemd als vroedvrouw van Twisk.

1766; het voetpad naar Benningbroek moet weer gangbaar gemaakt worden. Er moet dan een  balk over de Broerdijk gelegd worden. Benningbroek wordt zeer beleefd verzocht de helft van de balk te betalen.

1766; Cornelis Backum, inwoner van Twisk, treedt in dienst van de VOC. Hij vertrekt met het schip “Lycochton” uit de haven van Hoorn. Zij zijn 2-04-1767 tot 19-04-1767 in de Kaap en vertrekken dan naar Batavia, waar zij op 29-06-1767 aankomen. Hij treedt wegens overlijden op 08-12-1768 uit dienst en laat een schuldbrief achter.

 

1767; David Venderbos wordt benoemd als chirurgijn. Hij komt uit Lichtenvoorde (Gelderland), maar werkt reeds in Purmerend. Hij krijgt duidelijk te verstaan niet zijn standplaats door te verkopen. Dat recht hebben alleen de regenten.

 

1768; aanstelling en taakomschrijving van Pieter Heddesz. Rooker voor de veerdienst van Twisk naar Hoorn.

 

1772; tijdens een vroedschapvergadering wordt een (nieuwe) regeling besproken om de bulloper te bekostigen.

 

1774; bespreking met de “Opperhoofde van de brandspuijt” over het uitlenen van de brandspuit aan Oostwoud tijdens een brand op 22 december 1773. De vastgestelde kosten bedragen f 50,-.

 

1774; op verzoek van Oostwoud opnieuw contact over de brandspuit.

 

1782; Jacob Vroom wordt benoemd tot “hooijlegger” te Twisk. Elk jaar krijgt hij daarvoor f 3,-.

 

1792; Maartje Doovis wordt benoemd als vroedvrouw voor Twisk.

 

1797; door de dood van Gerrit Opperdoes Schenk, de eigenaar van Stede Abbekerk, neemt de gemeente de koopakte over.

 

1797; men is wat ontevreden over het functioneren van de dorpswacht, die gewoonlijk in het winterseizoen gelopen wordt. Daarom wordt er een nieuw reglement opgesteld.

 

19e eeuw:

 

1811; Opperdoes en Twisk worden samengevoegd tot de gemeente Twisk.

 

1811 en verder; de mechanisatie bij de boeren nam snel toe. In 1811 waren er nog 59 mannen als grasmaaier (met zeis) actief in Twisk, zo’n 50 jaar later waren er al 33 door paarden getrokken maaimachines bij de boeren. Harkmachines en hooischudders maakten het hooien minder arbeidsintensief.

 

1816; de Hoge Raad van Adel verleent het gemeentewapen aan Twisk.

 

1817; Opperdoes en Twisk worden gescheiden, maar de constructie van 1811/1817 is tot de gemeentelijke herindeling van West-Friesland in 1979 blijven bestaan.

 

1825; in “de nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding met betrekking tot de lagere scholen in het Koninkrijk de Nederlanden te Leiden” staat op blz. 368

De volgende advertentie: TWISK, “Schout en gemeenteraden alhier,………….”

 

1828; Christina Minderhoff wordt benoemd als vroedvrouw voor Twisk.

 

1832; Trijntje Vis wordt benoemd als vroedvrouw voor Twisk.

 

1833; Neeltje Corneleis Veer wordt benoemd als vroedvrouw voor Twisk.

 

1836; merkwaardige blijkseminslag in de boerderij van de weduwe van Gerrit Bruyn. De bliksem slaat de schoorsteen in en verlaat het houten huis weer door de stal. Het kost twee koeien het leven. Het huis is rijp voor de sloop. Veel huisraad is vernield of soms, merkwaardig genoeg, ongeschonden. De slapende weduwe en haar meid mankeren niets. De meid is wel enige dagen blind geweest.

 

1850; het grootste deel van de Twisker Dorpsweg is nu bestraat met klinkers.

 

1850; door voorlichting van mensen uit de boerenstand gaat ook de kennis op het gebied van de kaasbereiding vooruit. Het aantal kazen, waar het vocht uitliep (de zgn. pissers) en slappe kazen (de zgn. knijpers) nam aanzienlijk af. De export naar Engeland en Duitsland nam na 1850 aanzienlijk toe.

 

1855; het Nutsdepartement Twisk wordt opgericht. Het aantal leden is 20. Men wordt toegelaten d.m.v. een stemming met gesloten briefjes. De maatschappij tot Nut van ’t algemeen werd in 1784 in Edam opgericht.

 

1862; er is een optreden van 4 mannen met “Eenen dramatische Voorstelling”. Mogelijk de eerste rederijkers? Zie 6e jaarboek blz. 10.

 

1867; melding van een “Stichting voor Gymnastiekonderwijs”.

 

1872; ook vrouwen mogen meespelen met de rederijkers.

 

1875; oprichting “Uitspanning door Inspanning”. Het aantal leden mag maximaal elf zijn. Voor de doelstelling: zie 4e jaarboek blz. 22/23.

 

1879; melding van het zanggezelschap “Harmonie”, ontstaan uit de zangschool van het Nut.

 

1886/1887; het station Twisk wordt gebouwd naar een ontwerp van ir. A. J. Krieger.

 

1887; de “Spoorweg Hoorn-Medemblik” is feestelijk officieel in gebruik genomen. Het grote feest kost f 326,19.

 

1888; Twisk telt 827 inwoners. Het inkomen van een arbeider is ca. f 375,00 tot ca. f 400,00 per jaar. De werktijd is vaak van 5.00 u. tot 18.00 u.

 

1890; Maartje Kok wordt benoemd als vroedvrouw van Twisk.

 

1890; in de Ned. Herv. Kerk wordt het orgel geplaatst door de fa. Leichel en Zoon.

 

1891; oprichting van de zustervereniging van het Nut, “Nut en Genoegen”, ook wel het kleine Nut genoemd.

 

1898; oprichting van de rundveefokvereniging. De eerste vergadering wordt gehouden ten huize van G. J. Hoekstra (café) te Twisk. Er zijn al direct 28 leden. De aloude Bullestiek komt hierdoor voor het eerst wat in de verdrukking.

 

1898; oprichting van het fanfarekorps.

 

1899-05-25; oprichting van “Het Witte Kruis”. Zie ook 1ste jaarboek vanaf blz. 19.

 

1899; de eerste vermelding, dat er een fokvereniging in Twisk is. Het is een van de eerste in Noord-Holland. Zie 4e jaarboek vanaf blz. 11.

 

20ste eeuw:

 

1901; de naam van de rederijkerskamer “De Onderneming” verandert in “De Drie Leliën”.

 

1903; oprichting van “Stoomzuivelfabriek Twisk”. De notulen van de eerste vergadering geven de datum aan van de in werking treding op 21-07 1902. Zie 12e jaarboek vanaf blz. 28 ev.

 

1904; de gemeenteraad van Twisk besluit in haar vergadering de stierenadministratie los te maken van het gemeentebestuur. De stierenvoogden schrijven 4 dagen later verontwaardigd, dat wat hen betreft alles op dezelfde voet zal worden voortgezet.

 

1906; het gemeenteland, dat bij de stierenvoogdij in gebruik was, wordt nu verhuurd aan de fokvereniging.

 

1909; door een aantal boeren aan de westzijde van het dorp Twisk wordt een tweede coöperatieve zuivelfabriek opgericht met de naam “Rosita”. Zie jaarboek 2007 vanaf blz. 42.

 

1917; door “Het Nut” (afddeling Twisk/Opperdoes) wordt een “Centraal Genootschap Kinderherstellingsoorden en Vacantiekolonies” opgericht.

 

1918; Twisk telt 785 inwoners.

 

1919; door “Het Nut” worden een voetbal- en korfbalclub opgericht.

 

1920; de raad besluit tot opheffing van het beroep vroedvrouw. Een arts vestigt zich in Twisk en zijn hulp wordt veelal ingeroepen.

 

1923; Pieter Scheer (Twisk) en Jacob Akkerman (Abbekerk) starten een autobusonderneming. Zij openen de dienst Twisk-Hoorn. Zie 1ste jaarboek vanaf blz.17.

 

1924; herstel van de molen van de Bennemeer.

 

1925; iemand gooit een steen in de vijzel van de molen van de Bennemeer. De schade is vrijwel onherstelbaar. Besloten wordt over te gaan op elektrische bemaling.

 

1926; sloop van de molen van de Bennemeer. Gedurende lange tijd heeft de fam. Spijker het beroep molenaar uitgeoefend.

 

1928; de schilder J. Laan richt de begrafenisvereniging “Twisk” op. De vereniging bestaat nog (2015) en verzorgt alle vormen van uitvaart met een aantal vaste contactpersonen.

 

1931; oprichtingsvergadering van de “afdeling Twisk van de Neutrale Bond van Boeren, Land- en Tuinbouwers” in café J. M. Hoekstra te Twisk. Er hebben zich direct 35 leden aangemeld. Zie 8ste jaarboek vanaf blz. 29 ev.

 

1935; de lokale spoorweg Hoorn – Medemblik voor personenvervoer wordt opgeheven. Tot 1972 is deze spoorlijn nog wel in gebruik voor goederenvervoer.

 

1937; de rijksweg A7 tracé Hoorn – Lambertschaag wordt aangelegd. Hoewel het niet over grondgebied van Twisk gaat, heeft het tot gevolg, dat men aan het einde van de Bennemeer met een onbewaakte overweg te maken krijgt. Er gebeuren dan ook met enige regelmaat ongevallen.

 

1937; het brandspuithuisje bij de Ned. Herv. Kerk wordt afgebroken.

 

1940; in de nacht van 9 op 10 mei wordt de rust in Twisk wreed verstoord door lawaai van oorlogsvliegtuigen en ontploffingen van zwaar geschut. Elders in het land werd echter veel zwaarder gevochten, zodat er dorpen geëvacueerd moesten worden. In Twisk kwam een groep mensen uit Tienhoven. Zie 2e jaarboek vanaf blz. 5 ev.

 

1943; de klok van de Ned. Herv. Kerk wordt door de Duitsers geroofd, maar na de bevrijding teruggevonden in een gemeentelijke opslagplaats in Groningen, vanwaar hij weer is teruggebracht naar de Twisker toren.

 

1943; in café “Het Zwarte Paard” wordt een oude gewoonte om een “bestvat” te houden weer in ere hersteld. Zie 1ste jaarboek vanaf blz. 36.

 

1944; de KP(knokploeg)-groep Enkhuizen onder commando van Adriaan Fluitman (Flip), geholpen door een LO(landelijke onderduikersorganisatie)-overvalgroep uit Opperdoes, pleegt een gedeeltelijk geslaagde overval op de “Coöperatieve zuivelfabriek Twisk”. Zie 12e jaarboek vanaf blz. 26.

 

1944; meer kraken worden trouwens gepleegd: uit het gemeentehuis worden laarzen, leren pakken en helmen van de brandweer gestolen. Ook wordt er een keer een vat benzine van 80 liter gestolen.

 

1944; burgemeester Teer duikt onder uit angst voor represailles vanuit het verzet. (Dit blijkt achteraf een onterechte vrees te zijn geweest.)

 

1945; een tweemotorig jachtvliegtuig (een Beaufighter) wordt bij Twisk neergeschoten. In dit toestel bevinden zich A. J. Maton en navigator H. Radcliff. De laatste overleeft de crash. Zie 4e jaarboek vanaf blz. 5 ev.

 

1945; vanaf deze datum verlaten zevenduizend Wieringermeerders gedwongen hun woningen. De Duitsers zetten de polder onder water. Ook Twisk biedt de gevluchte polderbewoners hulp.

 

1946; de zuivelfabriek “Rosita” beëindigt haar activiteiten. De boeren leveren voortaan hun melk aan de “grote” fabriek. Zie jaarboek 2007 vanaf blz. 42.

 

1948; door “Het Nut” wordt de kleuterschool opgericht. Deze is gevestigd in het voormalige café “De Hoop”. Nu Dorpsweg K78a.

 

1951; sluiting van Coöperatieve stoomzuivelfabriek “Twisk”. De meeste boeren gaan hun melk leveren aan de zuivelfabriek “Aurora” te Opmeer.

 

1954; de bridgeclub wordt opgericht.

 

1955; officiële opening van het bejaardenhuis “Twiskerland”.

 

1961; op de gevel van het gemeentehuis wordt een glasmozaïek aangebracht met de voorstelling van het wapen van Twisk. Vervaardigd door het echtpaar Schild uit Laren.

 

1965; Twisk telt 785 inwoners.

 

1966; het koninklijk fanfarekorp “West-Frisia” brengt in café “Het Zwarte Paard” het ”Twisker Volkslied” ten gehore. Tekst en muziek zijn van Melchert Schuurman, die hiermee zijn overgrootvader Jan Zijp (burgemeester van Twisk 1834-1847) wil eren.

1966-05-31; Burgemeester J. Pierhagen legt de eerste steen van het nieuw te bouwen dorpshuis.

 

1967; bij algemene politieverordening wordt het dorp ingedeeld in Westeinde, Kom en Oosteinde. De letter “K” voor het huisnummer betekent “Kom”. De letters “W” en “O” zijn nooit ingeburgerd.

 

1968; de spoorlijn Hoorn – Medemblik wordt een toeristische attractie.

 

1971; bij een door de Rijksdienst voor Monumentenzorg ingesteld onderzoek naar de kap- en dakconstructie van de Ned. Herv. Kerk blijkt de algehele toestand van het gebouw zo slecht te zijn, dat de kerk in 1975 is aangemeld als rampgeval. Er wordt met diverse partijen overleg gepleegd over een restauratieplan.

 

1972; Prins Bernhard opent officieel de stoomtreindienst Hoorn – Medemblik.

 

1974; Twisk krijgt officieel de status “Beschermd Dorpsgezicht”. Dit geeft voor de erkende monumenten, 50 stuks, meer mogelijkheden tot het verkrijgen van subsidie voor restauratie en onderhoud.

 

1975; tijdens restauratiewerkzaamheden in de boerderij K33 wordt een pot met historische munten gevonden. Sindsdien wordt de boerderij “de muntenboerderij” genoemd.

 

 

De Muntenboerderij, Dorpsweg K33

 

 

1976; de restauratie van de Ned. Herv. Kerk vindt een aanvang; de voltooiing zal pas in 1981 zijn.

 

1979; de gemeentelijke herindeling vindt plaats. Twisk gaat op in de nieuwe gemeente “Noorder-Koggenland”.

 

1979; oprichting van de dorpsraad.

 

1979; “Het Nut” richt de peuterspeelzaal op.

 

1981; omdat de restauratie van de Ned. Herv. Kerk afgerond is, wordt de “dorpskist”, beschreven in het Karckeboek van Twisk, weer teruggezet in de kerk.

 

1984; H. Radcliff komt naar Twisk om het graf van zijn omgekomen collega te bezoeken.

 

1985; H. Radcliff bezoekt Twisk om de herdenking 50 jaar vrijheid bij te wonen.

 

1995; door ‘t Nut wordt de werkgroep “Oud Twisk” opgericht. Deze zal zich bezig houden met de historie van Twisk in de breedste zin van het woord.

 

1995 (en daarna); de zomerstal van mw. Sieuw Metselaar-Bloothoofd trekt veel bezoekers. Het  ziet er dan ook heel gezellig uit en mw. Metselaar kan er prachtig bij vertellen. Zie jaarboek nr. 2 blz. 3/4.

 

1997; de werkgroep “Oud Twisk” wordt “Stichting Twisca”, het eerste jaarboek van Twisca wordt gepresenteerd in het dorpshuis. Het logo bestaat uit de letters van het NUT, de naam Twisca en een deel van het wapen van de gemeente Twisk.

 

 

Vanaf hier nodigen wij u uit om het Calendarium/de Kroniek van Twisk door te lezen in de jaarboekjes van Twisca.

De meeste jaarboekjes zijn nog verkrijgbaar via twisca@live.nl of bij één van de bestuursleden.

 

Wij realiseren ons, dat bovenstaande nooit volledig zal zijn en mogelijk ook niet altijd geheel juist. We staan dan ook altijd open voor aanvullingen en correcties.

 

 

Tot nu toe geraadpleegde literatuur:

 

 - Karcke Boek van Twisch. Getranscribteerd door Mr. M.J.Ch. Abma, P.A. Boelis-Tuytel. W.E. van der Linden en D.S. Reijnders, 1993. (boek nog

      verkrijgbaar)

 - Over de “Rijkdommen en gemene buren” van Twisk. Samenstelling: Menno Jansma, uitgeven door de dorpsraad Twisk, 1998.

 - Bouwers van de Zee, zeevarenden van het Westfriese platteland. Piet Boon, 1996.

 - Twisk, waar jaren schijnbaar ongemerkt vergleden. Samenstelling Niek Boelis en Jan Vrugt, uitgegeven door het NUT, 2005.

 - Westfries archief, div.

 - Diverse digitale sites.